Doodslag behoort tot de meest ernstige misdrijven in het strafrecht. Er kan een gevangenisstraf van lange duur worden opgelegd, wanneer een verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan doodslag. 

​

Doodslag

​

Volgens de wet is doodslag het opzettelijk een ander van het leven beroven, artikel 287 Wetboek van Strafrecht. In het strafrecht zijn er meerdere soorten van opzet. De zwaarste vorm van opzet is oogmerk. In dit geval moet iemand het doel hebben gehad om een ander van het leven te beroven. Verder zijn er ook lichtere vormen van opzet. De ondergrens is het voorwaardelijk opzet. In dit geval weet de dader dat zijn daad een bepaald gevolg kan hebben, en neemt dit op de koop toe.

​

Verschil doodslag en moord

​

Doodslag is het opzettelijk een ander van het leven beroven zonder voorbedachte rade. Bij moord is de opzet ook gericht op het doden van een ander, maar is er wel sprake van voorbedachte rade. Maar wat is voorbedachte rade precies? Bij voorbedachte rade moet het uit feiten en omstandigheden blijken dat de verdachte daadwerkelijk een vooropgezet plan heeft gehad om een ander van het leven te beroven. Dit wordt niet snel aangenomen.

​

Straf voor doodslag

​

Zoals eerder vermeld, behoort doodslag tot de meest ernstige misdrijven in het strafrecht. Dus de rechter kan een hoge straf opleggen, daarbij moet hij onder andere rekening houden met de feiten en omstandigheden, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het bewijs. De maximumstraf die de rechter kan opleggen voor doodslag is een gevangenisstraf van 15 jaar of een geldboete van de vijfde categorie (87.000 euro).

​

Voorbeeld

​

In deze zaak heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan doodslag. De verdachte heeft zijn echtgenote door verwurging om het leven gebracht. Hij deed dit nadat zij hem te kennen had gegeven bij haar besluit te blijven dat zij hun relatie wilde beëindigen en hem terstond zou verlaten.

​

Volgens de rechtbank was er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is, dat verdachte planmatig of na een moment van kalm overleg heeft gehandeld. In dit geval kon voorbedachte rade niet worden bewezen, dus er is geen sprake van moord. Verder acht de rechtbank doodslag wel wettig en overtuigend bewezen. 

​

Bij het opleggen van de straf houdt de rechtbank onder andere rekening met de aard en de ernst van het gepleegde strafbare feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

​

In dit geval bleek uit een rapport van een psycholoog dat de verdachte een persoonlijkheidsstoornis had. De rechtbank acht ook van belang dat verdachte niet eerder geweld gebruikte en dat er sprake is geweest van een eenmalige, zeer ernstige, geweldsuitbarsting.

​

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 jaar en daarbij de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.