Feiten van de zaak

​

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal. Daarbij heeft hij een stuk kaas gestolen. De verdachte heeft verklaard dat hij dit gedaan heeft omdat hij honger had en geen geld had om eten te kopen.

​

Verder heeft de verdachte zijn ID-bewijs niet getoond toen hem dat gevraagd werd door twee buitengewoon opsporingsambtenaren, waarna hij zich met geweld heeft verzet tegen zijn aanhouding. Daarbij heeft één opsporingsambtenaar een schaafwond opgelopen.

​

Beslissing

​

De verdachte wordt veroordeeld voor diefstal, wederspannigheid en hij heeft niet voldaan aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden.

​

Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte door de kaas te stelen financieel nadeel en overlast voor de betrokken winkelier veroorzaakt. Hij heeft hier kennelijk geen oog voor gehad, maar alleen voor zijn eigen situatie. Verder heeft het gedrag van de verdachte getuigt van een gebrek aan respect voor de buitengewoon opsporingsambtenaren, die hun beveiligings- en handhavingswerk doen in het algemeen belang.

 

Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 oktober 2019 blijkt dat de verdachte meerdere malen eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Sinds 2017 is er een opvallende toename in door hem gepleegde delicten.

​

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaar.

​

Uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id= ECLI:NL:RBAMS:2019:9519