Feiten van de zaak

​

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan schending van zijn ambtsgeheim.

 

De verdachte heeft als politieagent in de computersystemen van de politie vertrouwelijke informatie bekeken over de signalering en aanhouding van een bevriende relatie en heeft deze informatie aan die persoon verstrekt.

 

Deze bevriende relatie heeft vervolgens de aanhouding niet afgewacht, maar is bij zijn schoonouders gaan slapen.

 

De politieagent heeft zelf verklaard dat hij een bevriende relatie heeft gebeld en hem heeft verteld dat hij gesignaleerd stond. Naar eigen zeggen heeft hij niets verteld over de aanhouding.

 

Volgens de rechtbank is het ongeloofwaardig dat de politieagent daarbij niet heeft verteld dat de man de volgende dag thuis zou worden aangehouden.

 

Toen de politie de volgende dag voor de deur stond om hem aan te houden, was er niemand aanwezig. Wel had de man een briefje achtergelaten dat hij zichzelf zou melden.

​

Beslissing

​

Naar het oordeel van de rechtbank heeft de politieagent bewust vertrouwelijke informatie opgezocht en na het inzien daarvan de man daarover heeft geïnformeerd.

 

De rechtbank houdt rekening met het feit dat de verdachte oneervol is ontslagen uit het politiekorps en daarnaast was de weinig genuanceerde aandacht vanuit de media een onaangenaam gevolg voor de verdachte en zijn omgeving.

 

De verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 80 uur met een proeftijd van 2 jaar.

​

Uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2019:10339