top of page

Dagelijks Strafrecht

Uitspraak over vergoeding advocaatkosten

Instantie

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak

10-01-2020

Zaaknummer

19.009450

Rechtsgebieden

Strafprocesrecht

Datum publicatie

13-01-2020

Soort procedure

Rekestprocedure

Feiten van de zaak

Een raadsvrouw heeft een verzoekschrift ingediend, die tot doel heeft om een vergoeding te krijgen van de Staat op grond van artikel 591a Wetboek van Strafvordering.

In artikel 591a lid 1 Sv. is vastgelegd dat, ‘indien de zaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, aan de gewezen verdachte of zijn erfgenamen, op een verzoek ingediend binnen drie maanden na beëindiging van de zaak, uit 's Rijks kas een vergoeding worden toegekend in de kosten van een raadsman.’

Echter heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het gehanteerde uurtarief van de raadsvrouw afwijkt van het standaarduurtarief.

Beslissing

In beginsel maakt de verdachte aanspraak op de vergoeding van de kosten van zijn advocaat, indien de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.

 

Dus wanneer een strafzaak eindigt in vrijspraak of ontslag van alle rechtsvervolging dan biedt artikel 591a Wetboek van Strafvordering hiervoor een regeling.

In dit geval was de rechtszaak inderdaad geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Ook was de uitspraak inmiddels onherroepelijk.

De rechtbank is bij het beoordelen van een verzoek tot het toekennen van een vergoeding uit 's Rijks kas niet gebonden aan de door de advocaat opgestelde declaratie, ook niet indien deze is voorzien van een gedetailleerde urenspecificatie. Een dergelijke declaratie is wel een uitgangspunt, maar de rechter heeft de ruimte daarvan af te wijken indien en voor zover daarvoor gronden van billijkheid aanwezig zijn.

De rechtbank komt tot de conclusie dat de gespecificeerde declaratie onderbouwde kosten niet als bovenmatig zijn aan te merken. De rechtbank merkt daarbij op dat het gehanteerde uurtarief van € 360,- aanzienlijk afwijkt van het in eenvoudige strafzaken gemiddeld gehanteerde uurtarief. Daar staat echter tegenover dat uit de in rekening gebrachte uren volgt dat de raadsvrouw snel en efficiënt heeft gewerkt.

Samenvattend kan worden gesteld dat de hoogte van het uurtarief van de advocaat afwijkt van het standaard uurtarief - na marginale toetsing - volgt dat de advocaat snel en efficiënt gewerkt heeft en daarom kan naar redelijkheid en billijkheid alles vergoed worden.

Uitspraakhttp://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2020:159

Aanbevolen Uitspraken

blue-and-silver-stetoscope-40568.jpg

Aanrijding tussen automobiliste en fietser

blue-and-silver-stetoscope-40568.jpg

Automobiliste krijgt groot deel van haar schade vergoed

blue-and-silver-stetoscope-40568.jpg

Werkgever niet aansprakelijk voor val van ladder

bottom of page